"Mono" betekent "Een". Bij een monoprint gebruik je materiaal en drukplaat zodanig dat elke afdruk uniek is. Het is een eenvoudige techniek die snel resultaat oplevert. Tegelijkertijd komen veel typerende aspecten van de grafiek direct aan bod zoals het werken in spiegelbeeld en spelen met vorm en restvorm. De drempel is laag want tekenvaardigheid is van ondergeschikt belang. Juist het spel met (gevonden) vormen maakt dat iedereen snel tot interessant resultaat kan komen.
Wat heb je nodig?
Kies een thema of werk vanuit het materiaal. Gebruik papier, schaar, inkt, inrolplaatje van zink of plastic om een compositie te maken. voor het afdrukken heb je een etspers nodig en courant en afdrukpapier.
Met schone handen je drukwerk van de plaat halen! anders is alle moeite voor niets geweest. Mooi werk verdient het om gezien te worden zonder vingervlekken.
Hoe werkt het?
Je begint met een ingeïnkt oppervlak. Door daar een tekening op te maken of geknipte/gescheurde vormen op te leggen ontwerp je een beeld. Druk het af en je ziet waar de inkt het drukvel raakte en waar de vormen de inkt tegen hebben gehouden. Nu kun je voor een tweede prent de achterkant van de vormpjes gebruiken om er juist weer zwarte vormen mee te maken. Je hebt nu al snel een eerste druk resultaat en je leert snel hoe je door vorm en restvorm te combineren interessante resultaten bereikt.
Ga nu verder met het maken van afdrukken. Het monoprinten nodigt uit tot experimenteren. Het is een echte proeftuin voor grafisch beeldonderzoek. Tegelijkertijd is het een kennismaking met de ambachtelijke kanten van de drukkunst. Je leert welke stappen in welke volgorde doorlopen moeten worden om tot een concreet resultaat te komen.