Stempelen

Body

Je maakt een afdruk door eerst een stempel in te inkten met een stempelkussen, vervolgens druk je die stempel op een te bedrukken oppervlak. Herhaal deze handeling en je maakt zo een voorstelling.

Wat heb je nodig?

Je hebt nodig; stempels van verschillende vorm en grootte. Een vierkant, een cirkel en een driehoek, open en gesloten vormen. Papier om op te stempelen, schoondrukvellen, ecoline of Oost-Indische inkt. 

Hoe werkt het?

De cirkel, de driehoek en het vierkant. Het zijn een paar van onze belangrijkste beeldelementen. Die beeldelementen vormen het het alfabet van onze beeldtaal. Met stempels kun je alles verbeelden wat je maar wilt. Een landschap van bomen en gebouwen, een springend figuur, maar ook gewoon een mooie verzameling vormen.

Een stempel van een driehoek en een vierkant is al snel en huis of een gebouw. Om bomen te maken stempel je een cirkel of een boel kleine cirkel op een streep. Een streep maak je natuurlijk door kleine vierkantjes naast elkaar te stempelen of door een stukje van een vierkante stempel af te dekken met een papieren sjabloon.

Je kunt tussen de afdrukken van de stempels een smalle ruimte openlaten, maar je kunt stempels ook tegen elkaar aan of over elkaar heen stempelen

Het is meestal het best om de stempel voor elke afdruk op het stempelkussen te drukken, zodat je een donkere afdruk krijgt. Maar soms wil je voor een gebouw of iets in de achtergrond juist een lichtere afdruk hebben. Dan moet je de stempel, nadat je hem op het stempelkussen hebt gedrukt, eerst op een kladpapier of schoondrukvel drukken en dan pas op je tekening.

Wil je dit ook? Dat kan. Bekijk de mogelijkheden en neem contact op.